vrijdag 6 november 2020

BodhiPraat week 46.


Mondkapje.

Zowel de voorstanders als de tegenstanders, zullen hun motivatie om dit hulpmiddel wel of niet te dragen, beslist zeer goed kunnen onderbouwen.
Ik ga hier geen oordeel over geven!
Ik respecteer beide kampen!
 
Voor mijzelf heb ik er wél zo mijn gedachten over…!
Ik vind die dingen verschrikkelijk!
Zowel voor mezelf als voor de ander!
Als ik met iemand praat, die zo’n kapje voor het gezicht heeft, voel ik me niet prettig.
Ik versta minder dan de helft, van wat deze persoon me te zeggen heeft.
Omdat ik een groot gedeelte van zijn of haar gezicht niet kan zien, mis ik een heleboel informatie.
Door de gezichtsuitdrukking niet te zien, weet ik de, deels onverstaanbare, woorden nog moeilijker te interpreteren.
 
Ikzelf voel me, tijdens het dragen van het mondkapje, als een gemuilkorfde zombie. De voorstanders van het kapje, proberen me wijs te maken, dat het voor iedereen veiliger en dus gezonder is.
Ik heb dit idee niet: Ik vind die krengen letterlijk ADEMBENEMEND!
 
Ik word blij, als ik mensen zie lachen! Het liefst schaterlachen!
Lachende gezichten vind ik prachtig om te zien!
Een lach is gratis en wordt heel graag gedeeld!
Kijk maar eens naar zo’n lachend mens… Wedden dat er een lach op je eigen gezicht verschijnt!
 
Het mondkapje!
Het is op een gehaaide manier ons leven binnengeslopen!
Om ons te muilkorven…! Om onze lach te verstoppen…!
Onze glimlach, onze vrede, verstopt achter een lapje…!
Lach… En de wereld lacht terug! Je lach moet dan wél zichtbaar zijn…!
 
Vrede en alle Goeds,
Bodhi!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten